d.9. Matthias Jacobus VAN DER WESTHUIZEN, ged. 19/05/1765

d.9.  Matthias Jacobus, ged. 19/05/1765, burger te Stellenbosch x 26/04/1791, Stellenbosch, met Catharina Susanna VERMEULEN, ged. 26/11/1747, oorl. 03/09/1804, begr. 04/09/1804 xx 08/03/1806, Swellendam met Maria Susanna ENGELBRECHT, ged. 18/07/1788, Oudtshoorn, d.v. Willem Engelbrecht en Catharina Coetzee.  CSV voorheen getroud met Willem Pieter van Niekerk.  MSE xx Carel Frederik Pitzer.

Matthias Jacobus was die seun van Pieter van der Westhuizen en Johanna van Dijk.


VERMEULE Catariena
de huysfrou van Matthijs van der westhuyse woonende aan drakenstein
Died: 03 Sep 1804
Age at death: oud 56 jaar 6 maande
Buried: 04 Sep 1804, op kerkhof
EGGSA: Nederduits Gereformeerde Gemeente (NGK), Stellenbosch, Western Cape. burial register, 1795-1819, page 13. Repository: NG Kerkargief, Noordwal-Wes, Stellenbosch, G2 4/5. Transcribed by Ockert and Sasa Malan. See also Die Stellenbosse Heemkring

Testator(s):
Catharina Vermeulen
MOOC8/25.4
28 September 1804
R: d’ Ozy
Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Catharina Vermeulen ten voordeele van haaren overgeblevenen man den burger Matthias Jacobus van der Westhuijsen ter eenre, mitsgaders haare kinderen, zoo bij haaren vooroverledenen eersten man Willem Petrus van Nieuwkerken, als bij den opgemelden overgeblevenen weduwenaar in echt verwekt ter andere zijde, zijnde deselve genaamd
1) Francina Elisabeth van Nieuwkerken gehuuwd met Hendrik du Plessies
2) Johannes Albertus van Nieuwkerken
3) Maria van Nieuwkerken gehuuwd met Dirk Coolhaas
4) Sijbrand van Nieuwkerken
5) Willem Petrus van Nieuwkerken oud 23 jaaren
6) Engela Hillegonda van Nieuwkerken getrouwd met Francois Wilhelmus Modeman
7) Anna Magdalena van Nieuwkerken gehuuwd met Fredrik Voges
8) de drie nagelatene kinderen van wijlen Catharina Susanna van Nieuwkerken in huwelijk verwekt bij Jan Stephanus de Villiers, genaamd
a) Jan Stephanus
alle onmondig
b) Willem en
c) David de Villiers
9) Mattheus Petrus van der Westhuijsen oud 11 jaaren
Zodanig als deselve nalatenschap ten op en aangave van bovengemelde weduwenaar is opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande deselve in het volgende, als
twee ledikanten
een buldzak, peuluw, negen kussens en een combaars
twee groote kisten
derthien stoelen in zoorten
een pijperak
een coffijmoolen
een koopere vijsel met zijn stamper
twee glase zoutvaatjes
drie tinne trekpotten
een strijkijser
een blikke tregter
een klijne mandje
een houtbijl
een groote aarde pot
twee tafels in zoort
een klijne coopere comfoir
een groote coopere comfoir
een koopere kandelaar met snuijter
een spuuwbalij
een schaar
een zuijkertang
een vuurtesje
twee wateremmers
een bakkist
een emmer bank
vijf ijsere potten in zoorten
een kookketel
een koekepan
twee roosters
twee vleeschvorken
een wafelijser
een meelseeft
een spanzaag
een rijstblok met zijn stamper
een platvaatje
een vleeschbalij
een stel tuijgen voor zes paarden /:defect:/
zes ossenriemen
twaalff stroppen
vier jukken
een teerputs
een kisje /:defect:/
een paarde wagen /:defect:/
een parthij buitengereedschappen /:defect:/
een jagt geweer
een zadel en toom

Beestiaal
een merrij paard
een reun paard

Lijfeigenen
een jonge gen:t Geduld van Bengalen
een jonge gen:t David van Mosambicque
een jongetje gen:t Asia van de Caap
een jongetje gen:t Geduld van de Caap
een meyd gen:t Dina van Mosambicque

Inneschulden
Rd:s
Rd:s
van den burger Anthon Keijter over en per rest van reekening
15:--
van Christoffel Smit over geleeverde meel en caf
10:--
van Francois Wilhelmus Modeman over een vragt water liemoenen
15:--
van Francois Botha over drie mudden en drie scheepels koorn
15:--
over 3 scheepels zout met de zak gereekend op
2:12
17:12

Dubieuse en disperate inneschulden
Rd:s
van Daniel Rijnquist en Jan Neft over aan hun in maatschappij geleverde wijnen
137:24
van Hendrick du Plessies over voor hem aan de weed: Oloff Abraham Bergh betaalde borgtogt
308:--

Lasten des boedels
Rd:s
aan s:r Gerrit Kleijn over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 12 Maart 1804 aan cap:l
564:24
met de renten van dien a 6 pc: zeedert 12 Maart 1804
aan s:r Gerrit Kleijn over contant op een onderhandsche obligatie dato 26 deeser
65:18
aan Daniel J: Rossouw over een jaar huur van desselfs plaats de Zanddrift
266:--
voor welke schuld verpand is de slave jonge gen:d Geduld van Bengalen
Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 28 September 1804 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde gem:e weduwnaar, dewelke betuigde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorn: boedel behoord invoegen hy ook getuigde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tyde des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot voorn:e nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.
Tot securiteit vandien is deese door den inventarient en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesm:n neevens mij Secretaris behoorlyk gesubscribeerd.
Als gecommitteerde Weesm:n: A:V: Bergh, A: v: Breda
Voor den opgaaff: Matjas Jacobus van den Westhuijsen
Mij present: G:A: Watermeijer, Commies
Ampliatie
Door den in den hoofde deeses gemelde weduwnaar Mattheas Jacobus van der Westhuijzen is op den 11 October 1804 ter Weeskamer verscheenen zijnde nadere opgaave gedaan dat de natemeldene perzonen aan den boedel nog debet zijn en verantwoording moeten doen, als
1) Pieter Daniel du Preez woonagtig in de Camdebo thien vaarssen, zes hamels voor brandewijn aan hem geleeverd
2) Burgerd van der Westhuijzen P:z woonagtig in de Cango twee ossen voor huur van een paard en het voederen van twee zyner paarden
3) Nicolaas Johannes Basson woonagtig aan den Zwartenberg van een honderd schapen aan hem op onder zijn opzigt gegeeven in den gepasseerden jaare 1798 blykens daar van te gelijk overgelegd bewijs, met het geene daar van zeedert is aangeteeld mitsg:s nog voor een schietgeweer aan hem het jaar daar aan ter leen gegeeven
5) Cornelis Lotring woonagtig in de Caap, van zes koeyen en zes kalveren voor nu omtrend twee jaren geleeden onder zijn opzigt gegeeven metter aanteel van dezelve, en eindelyk
6) Pieter van der Westhuijzen P:z van drie honderd en vijf en dertig aanteel schapen aan hem in den jaare 1798 op de helfte van aanteel gegeeven en waarop successieve bij hem zyn ontfangen vier en zestig stuks zo hamels ooijen als lammeren, mitsg:s nog voor twee schietgeweeren aan hem by die geleegentheid meede gegeeven
Ter Weeskamer en op dato voormeld.
Voor de opgaaf: Matejas Jacobus van der Westhuijsen
Mij present: J:P: Faure, Secret:s