d.1. Willem NEL, geb. 14/11/1752, ged. 26/11/1752

d.1.  Willem, geb.  14/11/1752, ged. 26/11/1752, Stellenbosch.

Willem was die seun van Willem Nel en Judith Odendaal.

(http://eggsa.org/transcriptions/stellenbosch/g2-4-2/StellG2-4-2-066.JPG)
(FAMILYSEARCH:  Stellenbosch baptisms 1733-1788)

Testator(s):
Willem Nel
MOOC8/21.24
22 July 1795


Staat en inventaris van zodanige goederen en effecten, als er op den 19 July des nachts de klokke een uuren ter woon plaatse van den oud heemraad de edele Jacobus Conterman ab intestato zyn ontruymd en nagelaten door den burger Willem Nel Willemsz, en ten behoeven zyner erffgenamen, door deszelfs voogden en curateele den burgerraad de heer Johannes Smuts en den oud heemraad voorsz edele Jacobus Conterman zyn opgegeeven en door my Johannes Wege Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein als hier toe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan Cabo expres gequalificeerd zynde, ter praesentie van de natenoemene getuygen op genomen en ten papiere gebragt, mitsg:rs bevonden te bestaan inde volgende, namentlyk
een chais met vier ruynpaarden beneevens vier tuygen met eyzer beslag
twee bedden, acht kussens en twee combaarsen
een ledikant met een blauw behangzel
een houte kleder kast waar in
een zwarte lakense rok
een blauwe lakense rok
een blauwe lakense jekkert
een blauw lakense baatje
twee blauw lakense broeken
een swarte satinette broek
elff witte mans hembden
twee witte diemetse baaytjes
drie linne slaap mutsen
ses linne dassen
twee chitse slaap cabaayen
vyff bedde lakens
zeeven linne kussens sloopen
drie paar witte katoene kousen
drie paar peeper en zout couleur kousen
twee witte zak doeken
vir paar schoenen
een groote en een klyne leedige hout kisten
een Bybel in quarto

Zilver werk
een paar zilvere schoen gespen
een paar silvere broek gespen
een silver hals slot
een paar goude hand knoopen
een goude hals knoop

Slaven des boedels
Jasper van Madagascar
Appollos van de Caab
Jephta van de Caab
Abraham van de Caab

Slavinne
Francina van de Caab met haare drie kinderen in name
Jephta van de Caab
Cananga van de Caab
Christyn van de Caab
De ondertenoemene lyfeigenen zyn ingevolge dispositie van Judit Otendaal weduwe wylen den burger Willem Nel, in dato Junij 1784 naar ’t overlyden van haren zoon nu wijlen Willem Nel W:z gelegateerd aande jonge dogter Anna Conterman, namentlyk
Flora van de Kaap
Appollonia van de Kaap
Lena van de Kaap
Jephta van de Kaap
Caatje zynde ’t kind van eevengem: Appollonia
Flora zynde ’t kind van eevengem: Lena
Werdende alhier p: m: bekend gesteld dat onder de heer Johannes Smuts als executeur des testaments van wylen bovengem: Judit Otendaal, weduwe Willem Nel de oude, behalve eenige contanten waar van zyn E: des gerequireerd werdende, bereid is reekening en verantwoording te doen, nog zyn berustende de volgende schuld brieven tot den boedel van den overleedene behoorende, als
een scheepene kennis ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge, in dato 23 December 1784 groot thien duyzend guldens Indische valuatie met zeeven maanden verscheene renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 1 February 1787 groot zeeventhien duyzend guldens Indische waarde met ses maanden renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 1 February 1792 groot vyff duyzend vierhondert guldens met ses maanden renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie meede ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 9:e April 1795 groot drie duyzend guldens Indische valuatie
een secretarieele obligatie ten lasten van de burger Johan Diederik Rynders groot twee duyzend vyff hondert guldens Indische valuatie in dato 15 Maart 1785 beneevens 16 maanden verloopene renten a 5 p:c:t
een secretarieele obligatie ten lasten van Marthinus Theunissen in dato 14 May 1785 groot ses duyzend guldens Indische valuatie beneevens 16 maanden renten a 5 p:c:t
een scheepene kennis ten lasten van d’ edele Jan Willem Wernich in dato 9 Dec:br 1788 groot ses duyzend guldens met acht maanden renten a 5 p:cent
een scheepene kennis ten lasten van den burger Jan Bladt in dato 20 Maart 1789 groot thien duyzend guldens met vier maanden renten a 6 p:c:t
een notarieele obligatie ten lasten van den burger Jan Pieter de Villiers Jansz: in dato 20 April 1793 groot een duyzend guldens Indische valuatie met twee jaaren en drie maanden renten a 5 p:c:t
terwyl gemelde voogden aan zig gereserveerde houden de baate des boedels naader by reekening courant te zullen opgeeven.
Aldus gedaan en geinventariseerd op den twee en twintigste July 1795 ter sterfhuize voormeld ende zulks op het op en aangeeven van voorm: voogden, dewelke getuigden zich hier inne ter goeder trouwe te hebben gedragen, onder praesentatie zulks als gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, onder beloften dat wanneer indertyd zig nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt, zulks nader te zullen opgeeven ten eynde deeze inventaris daar meede te zullen amplieeren, hebbende dezelve tot meeder securiteit van het een en ander de minute deezer neevens de burger Ignatius Delport en den adjunct bode Johannes Wilhelmus Haubtfleisch als getuigen, mitsg:ds mij Secretaris meede behoorlyk onderteekend
’t Welk ik getuige: J: Wege, Secret:s
(http://databases.tanap.net/mooc/main_article.cfm?id=MOOC8%2F21%2E24&freesearchkey=%20Willem)